dinsdag 11 december 2012

Vaders liefde

Momenteel ben ik aan het lezen in Vaders liefdesbrief, geschreven door Barry Adams. Elk hoofdstuk opnieuw toont de liefde van de Vader voor Zijn kinderen. Het is de intieme boodschap van God voor ieder mens.
Toen ik het boek zag liggen op de leestafel bij de vrouwenconferentie van Stichting Epafras, kwamen de eerste paar woorden al tot mij en ze waren zo heftig dat ik het boek terug legde. Nog een paar keer heb ik het boek weer in handen gepakt en iedere keer weer, werd ik overspoeld met emoties. Dit boek moest ik gewoon aanschaffen en lezen. Nu lees ik af en toe een hoofdstuk, zodat de woorden goed tot mij door dringen.

De meeste mensen slapen ’s nachts, maar slapen lukt mij vaak niet, dus voldoende tijd om te overdenken. Ik voel mij dan verbonden met de Psalmist die in 119:148 schrijft In de uren van de nacht houd ik mijn ogen geopend en overdenk ik uw woord. Vannacht las ik hoofdstuk 7 uit Vaders liefdesbrief.
Als je iets wilt begrijpen van het hart van de Vader voor de mensen die verloren gaan, van Zijn verlangen om ze bij Hem thuis te brengen, moet je de waarheid kennen dat elke persoon uit God voortkomt en door Hem is bedacht en ontworpen. Hij houdt heel innig van iedereen en wil niet dat iemand verloren gaat. Gods hart klopt voor iedereen die uit Hem voortkomt. Als je de volgende keer een persoon ontmoet die geen persoonlijke relatie met Jezus Christus heeft, herinner je dan het hart van de Vader. Hij ziet iemand die uit Hem voortgekomen is, maar die van Hem vervreemd is en Hij wil hem heel graag thuis brengen.

Dit trof mij zo! Door de scheiding van mijn zoon en schoondochter is het contact met mijn oudste kleinkind verbroken. Ik mag geen contact meer met haar hebben. Dat neemt niet weg dat zij wel heel speciaal voor mij is. Ik was erbij toen ze de zwangerschapstest deden en mocht delen in hun vreugde. Je wordt oma, oma Flits! (Vanwege mijn bijna onafscheidelijke camera). Ik was erbij toen na de bevalling in het ziekenhuis hun dochter in haar moeders armen werd gelegd en een trotse vader vol liefde naar haar keek.
Toen ik haar voor het eerst zag, welde er een snik in mij naar boven, die uit mijn tenen leek te komen, zo diep raakte mij dit kleine kindje. Mijn eigen vlees en bloed!

Als mens heb ik emoties, maar ze zijn niets vergeleken bij de emoties van onze God en Vader! Zijn kinderen, zo prachtig mooi, Zijn vlees en bloed en Hij kan geen contact met ze hebben. Ze hoeven Hem niet, ze horen en zien Hem niet en kennen Hem niet……
Ik kan zulke bittere tranen huilen om mijn kleinkind die ik niet meer zie en die me niet meer kent en voor wie ik niet meer besta. Hoe kan ik nu nog naar de mensen kijken die God niet kennen, zonder daar iets van de bewogenheid van onze Vader bij te voelen?
Mijn kleinkind wil ik zo graag in mijn armen nemen en tegen haar zeggen hoeveel ik van haar houd, hoe mooi ze is, hoe lief en bijzonder. Het gevoel wat ik daarbij heb, is niets vergeleken met het gevoel van onze hemelse Vader. Hij wil zo graag elk kind van Hem in Zijn armen nemen, tegen hen zeggen hoe mooi en lief ze zijn en hoe bijzonder. Dat Hij altijd van hen houdt, wat er ook gebeurd is. Zijn liefde is zo groot, zo onvoorwaardelijk. Niets kan hen scheiden van Zijn liefde!


Deze foto is van mijn kleinzoon, dus niet van mijn kleindochter waar het in deze blog over gaat. Het gaat hier om de liefde die de Vader voor elk mensenkind heeft en niet om het gemis van mijn kleindochter.

zaterdag 8 december 2012

En het berouwde de Here God dat Hij de mensen geschapen had

Iemand had in een gratis verstrekte krant een goed artikel gelezen, over de verschillen in werkwijze tussen de vier generaties die tegenwoordig op de werkvloer te vinden zijn. Ik wilde daar wel iets meer over weten, juist omdat we daar in het dagelijkse leven toch wel mee te maken hebben.

Het fijne van internet is dat we doorgaans het gevraagde gauw kunnen vinden, zo ook dit artikel. Mijn eerste zoekopdracht gaf een voorpagina van een krant die ronduit schokkend was! Een halve pagina vullende foto van een aantal vrouwen op een rij met nagenoeg blote billen met als begeleidende tekst ‘als je heer maar goed zit’. Vergeleken met deze foto zijn de grote billboards over een bepaald merk ondergoed bijna preuts.
Even verderop ging het over een meidengroep die een pornofilm ging maken en daaronder stond een reclame voor het mannenblad Playboy, waar een geproportioneerde celeb van 49 jaar uit de kleren ging en trots haar blootfoto’s toonde aan de pers.

De tekst van Genesis 6:6 kwam in mijn gedachten. Toen berouwde het den Heere, dat Hij den mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem aan Zijn hart.


Dit raakte míj diep in mijn hart. Er is niets overgebleven van de volmaaktheid die we vijf hoofdstukken eerder zien in de Bijbel, nadat God hemel en aarde geschapen heeft met alles wat daarin is en vanuit Zijn verlangen om Zijn liefde te kunnen delen, de mens als kroon op Zijn schepping. Hij wilde een innige relatie met ons hebben, die op liefde en vrijheid was gebaseerd. Van die vrijheid heeft de mens gretig (mis)gebruik gemaakt.
Zou het voor de zondvloed met de ontsporing van de mens erger zijn geweest dan nu? Ik betwijfel het. Ook Prediker schrijft dat er niets nieuws is onder de zon.

Vallen de mensen Hem tegen? Hoe zit het dan dat Hij alles al voor de grondlegging der wereld weet, dat Hij al bekend is met ons hele leven? Opnieuw raadpleegde ik internet, nu met deze Bijbeltekst als zoekopdracht. Ik vond diverse goede artikelen over deze tekst, maar één wil ik er toch even uitlichten.  
Feitelijk komt het erop neer dat het Hebreeuwse woord nicham op deze plaats niet correct is vertaald.
De betekenis van het woord is ‘verdriet en vertroosting’. Citaat van een website Als je het zo leest, bemerk je: God spant Zich tot het uiterste in, …ja, Ik troost Mij, ja, Ik maakte hen…God heb één troost: Ik heb ze gemaakt, Ik ben er verantwoordelijk voor. Als er staat: “De Here troostte Zich”, betekent dat uiteraard dat God verdriet had. Maar in het Hebreeuws is het één woord: “verdriet en troost”. Gods berouw is een onpeilbaar verdriet, zo groot als Hij Zelf is. klik hier om het hele artikel te lezen.

Bij God is ‘berouw’ niet het spijt hebben van een beslissing, maar het toont wel Zijn betrouwbare aard en het is allemaal gebaseerd op Zijn onvoorstelbare liefde. God doet wat Hij zegt. Als mensen weten wij wat ‘berouw’ inhoudt en wellicht kunnen we zo een heel klein ieniemienie beetje van de emoties van God begrijpen.

Uiteindelijk vond ik via een andere zoekopdracht het gevraagde artikel waar het tenslotte allemaal om begonnen was. Ja, het blijkt dus dat er inderdaad een groot verschil zit in de werkwijze van de vier generaties die we tegenwoordig op de werkvloer vinden. Het verschil is niet alleen op de werkvloer merkbaar. Nee, het is duidelijk zichtbaar in de normen en waarden die we de laatste decennia door de generaties heen signaleren, of beter gezegd, het gebrek er aan.

Inmiddels zijn we een paar dagen verder en nog steeds ben ik gechoqueerd door wat ik onbedoeld heb gezien. Maar dat zal dan wel komen omdat ik nog van een andere generatie ben.

zaterdag 1 december 2012

Van potscherven naar schervenpot


Morning Glory, is een tijd van lofprijs en aanbidding tijdens het vrouwenweekend van stichting “Epafras” in Bantega. ’s Ochtends om 7 uur komt ieder die dat wil naar de kapel om God te aanbidden en in Zijn aanwezigheid te zijn. Het was de eerste keer dat ik daar was en ik had geen idee wat de Morning Glory zou inhouden.

We hadden met begeleiding van een piano een paar liederen gezongen, toen ik in mijn hoofd hoorde dat ik Johannes 8 moest lezen. Ik weet wat daar staat. Het is het verhaal van de overspelige vrouw. Ik identificeerde mij op dat moment met die vrouw. Net als veel andere mensen heb ook ik altijd veroordeling gehoord. Het was nooit goed wat ik deed en als het aan andere mensen had gelegen, dan had ik geen bestaansrecht.
Jammer genoeg negeerde ik die stem en liep daardoor een stuk bemoediging mis die God mij wilde geven. Maar God liet het daar niet bij.

Even later zie ik in de geest heel veel steenrode potscherven voor mij op de grond liggen. Het was niet meer te zien wat het oorspronkelijk geweest was. God nam witte klei en stopte al die potscherven daar in. Steeds meer witte klei kwam er aan weerszijden omheen, terwijl Hij met vaardige handen de klei met potscherven boetseerde tot iets compleet nieuws. Het werd een prachtige witte kruik. Het leek op een oliekruik, maar dat was het niet. Er zat namelijk geen schenktuit of handvat aan. Het was een sierlijke ellipsvormige vaas of kruik, van boven toelopen in een smalle hals. Je kon hem alleen dragen als je er je armen helemaal omheen sloeg, het beschermend als een kostbaar en breekbaar iets.

God toonde mij dat mijn leven helemaal kapot was en niet meer beantwoordde aan het beeld dat Hij had geschapen. Hij nam het ter hand en door er Zijn reinheid aan toe te voegen, maakte hij er weer een nieuwe creatie van, in smetteloos wit. Niets verspilde Hij. Al die scherven werden opnieuw gebruikt en maakten de kruik sterker dan voorheen.
Juist door al die scherven binnenin was de vaas extra stevig geworden. Niemand zag aan de buitenkant de scherven en ze waren ook niet meer belangrijk. Het was een perfecte kruik en alleen de Maker wist wat de basis was van de kruik.
Wanneer de kruik in beweging was, dan waren daar liefdevolle armen omheen om het te beschermen.

De kruik voldoet weer helemaal aan het beeld wat Hij in gedachten had toen Hij het maakte en dat is wat ik nu ben: een smetteloze witte kruik, versterkt en opgebouwd door alle pijn en verdriet die het gebroken leven met zich mee heeft gebracht. De kern was goed, maar werd  gebroken. Vanuit mijn gebrokenheid heeft Hij iets nieuws gemaakt.
Voor mij geen veroordeling meer, maar in plaats daarvan koesterende liefde. Een liefde zoals alleen mijn Maker voor mij kan hebben.




Woorden vol liefde van God ontvangen


Tijdens 10 dagen bidden en vasten kreeg ik woorden van God en ik ben gaan schrijven. Dit zijn de woorden die Hij mij liet opschrijven:

Je bent Mijn geliefde kind. Ik ben zo blij: je krijgt een heel nieuw leven. De schuld en schaamte zijn voorbij. Een nieuwe toekomst ligt er voor je open, samen met Mij. Je zult nog verbaasd staan wat je allemaal mee gaat maken. Laat het maar gebeuren. Ik ben bij je! Ik ben er altijd al geweest en  Ik zal er ook altijd zijn. Ik zal je nooit vergeten of verlaten. Ik hou zoveel van jou. Ik ben zo blij dat jij dat nu ziet. Wil je dat nooit weer vergeten? Ik ben bij je, Ik, jouw Schepper. Jou heb ik uitgekozen. Ik heb je gewild. Daar waar het zo donker was, daar heb ik jou laten groeien. Je mag zoveel vreugde geven, mijn lieve kind. Ik zal je leren om met Mijn ogen te kijken, Mijn bewogenheid te voelen. Als jij bij Mij blijft, zal Ik je grote dingen laten zien. Weet je nog? Ik heb je voeten gezalfd, je hebt Mijn ogen gezien. Mijn ogen zullen altijd vol liefde naar je kijken.*
Je bent zo mooi, zo bijzonder, zo uniek. Ik heb je lief Mijn kind. Vergeet dat nooit. Wat er ook allemaal gebeurd is, je mag het achter je laten. Het is voorbij, het is vergeven. Ik heb voor jou een hoopvolle toekomst: Mijn kind, jij en Ik samen, voor altijd! Ik ben bij je alle dagen van je leven. Huil niet langer. Richt je op en kijk naar Mij. Mijn geliefde, mijn duifje. Jij mag op Mijn linkerarm rusten, dicht bij Mijn hart en Ik zal je beschermen. Je mag alles vergeten. Het is voorbij, finito!
Richt je hoofd nu op en zie naar Mij.  



in een visioen heb ik Jezus mogen zien. Hij heeft toen mijn 
   voeten gezalfd en de liefdevolle blik waarmee hij mij aankeek, 
   zal ik nooit vergeten.




donderdag 29 november 2012

Drieluik gedicht - deel 1 - de verloren zoon

Ik blijf niet hier, ik ben het zat!
Met mijn erfenis ga ik op pad.
Vertier is overal te vinden:
Feest met vrouwen, drank met vrinden.

Het leven zo bevalt mij wel,
’t geld slinkt echter wel heel snel.
Mijn vrienden zijn opeens verdwenen,
ik kan ook geen geld meer lenen.

Dit zou je toch nooit vermoeden:
‘k moet nu zelfs de varkens hoeden.
Mijn honger zou ik willen stillen,
door het eten van hun schillen.

Bij vader was ’t nog niet zo slecht
kijk naar ’t leven van zijn knecht.
Wat doe ik hier nog? ‘k Wil naar huis,
bij vader, daar was ik pas thuis!

Dit is wat ik zal gaan zeggen:
“Mijn zonde is niet te weerleggen.
Het spijt mij wat ik heb gedaan,
Neem mij toch als dienstknecht aan”.

Gehavend ga ik en zo vuil.
In de verte hoor ik al gehuil:
vader rent met uitgestoken armen
om mij vol liefde te omarmen.

“k Ben niet waard uw zoon te heten”.
Vader wil hier niets van weten!
Zijn liefde is oneindig groot,
hij redde mij zelfs van de dood.

Ik word opnieuw in eer hersteld
en als zijn zoon weer aangesteld.
Het is niet te geloven,
‘t gaat mijn verstand te boven.


Dit gedicht is ook geplaatst op
http://www.gedichtensite.nl/dichters/gebruikersprofiel/userprofile/Karina%20Wiertsema

Drieluik gedicht- deel 2 - de oudste zoon

Mijn broer, de verpatser is weer thuis.
Met zijn erfenis verliet hij het huis,
verspilde ’t geld met vrienden en vrouwen.
Zo iemand is toch niet te vertrouwen?

Hij is weer terug, de lapzwans.
Buiten hoor ik al muziek en dans.
’t Gemeste kalf is zelfs voor hem geslacht
heeft mijn vader ooit aan mij gedacht?

Ik kan dit niet verkroppen, ben heel boos.
Mijn goede werken waren dus zinloos?
Kijk, daar komt mijn vader aangelopen,
wil graag dat ik kom, dat mocht hij hopen!

‘Kind, jij bent steeds bij mij geweest,
kom binnen nu, wij vieren feest.
Je broer heeft zijn plaats hervonden,
zich bekeerd van al zijn zonden.”

“Alles wat Ik heb, is toch van jou?
Daaraan zie je toch mijn grote trouw?”
Maar al te vaak, ‘k zeg het gewoon,
voel ik mij als de oudste zoon.



dit gedicht is ook geplaatst op:
http://www.gedichtensite.nl/dichters/gebruikersprofiel/userprofile/Karina%20Wiertsema

woensdag 28 november 2012

Drieluik gedicht - deel 3 - de Vader

“Vader luister, moet je horen
ben ik hiervoor soms geboren?
Elke dag is weer gelijk
Geef mij geld, u bent toch rijk?”

Mijn zoon kon niet wachten op mijn dood,
de verleiding was voor hem te groot.
Zijn hart was al bij mij vandaan
uit liefde moest ‘k hem laten gaan.

Mijn oudste zoon draagt plichtsgetrouw,
zorg over wat ‘k hem toevertrouw.
‘k Schep vreugd’ in wat hij voor mij doet
samen delend hebben wij het goed.

Toch is mijn vreugde niet compleet
zolang ‘k niets van mijn jongste weet.
Iedere dag blijf ik stil hopen
dat ‘k hem aan zie komen lopen.

Eind’lijk breekt die dag toch aan
dat ‘k hem tegemoet kan gaan.
De tranen laat ik vrijelijk stromen,
mijn jongste zoon is thuis gekomen!

Mijn oudste zoon voelt zich gegriefd,
denkt dat hij minder is geliefd.
Van beiden houd ik evenveel
maar toon dat individueel.

Ik geef je deze zekerheid:
mijn liefde raak je nooit meer kwijt!
Het zoonschap is om door te geven,
ook hij moet eens als vader leven.



















Dit gedicht is ook geplaatst op